Doorgaan naar hoofdcontent

Zoals ik ben

Hoe herkenbaar het verhaal hieronder voor een blogger zoals ik ben. Misschien zelfs wel voor de persoon die ik ben. Maar wat verschrikkelijk heerlijk dat er dit soort verhalen zijn.

==============================================================

De eekhoorn zat op de tak voor zijn deur en voelde zich moedeloos. Het was een eigenaardig gevoel dat hij wel vaker had als het slecht weer was of als er een hele dag niemand toevallig langskwam. De mier had hem verteld dat dat gevoel moedeloosheid heette.

Het was een grijze dag en de eekhoorn kon maar niet besluiten om naar binnen te gaan. Hij pakte een stuk berkenschors dat naast zijn deur lag en begon zomaar een brief te schrijven. ‘Beste’ schreef hij. Toen stopte hij. Beste wie? dacht hij. Hij kon niemand bedenken. Hij zuchtte en schreef verder. Beste, Ik wou dat ik eens Meer schreef hij niet. Dat heb ik altijd als ik me moedeloos voel, dacht hij. Dan weet ik niet wat ik wil.

Er stak een klein briesje op dat de brief uit zijn handen blies en tussen de bomen door weg liet waaien. De eekhoorn zuchtte opnieuw. De lucht werd zwart. Er viel een dikke regendruppel op zijn neus. Dat dacht ik wel, dacht de eekhoorn en hij liet zijn schouders zakken. Het ging niet echt regenen, maar het bleef wel donker en kil, en de eekhoorn werd steeds moedelozer. Ik denk, dacht hij, dat ik nog nooit zo moedeloos ben geweest.

Dat gaf hem even een tevreden gevoel, maar niet lang. Aan het eind van de middag woei er een brief voorbij, die achter een tak bleef hangen. Die is vast niet voor mij, dacht de eekhoorn somber. Maar hij pakte de brief wel en maakte hem open. Beste, Ik wou dat ik ook eens las hij. Het was een kriebelig handschrift dat de eekhoorn nog nooit had gezien. Hij hield de brief omhoog om erdoorheen te kijken, voelde aan alle letters en wist niet wat hij ervan moest denken. Het was geen brief van de walvis of de olifant of de pad of de zwaluw of de aardworm - dat kon hij wel zien. Het is echt een brief van een onbekende, dacht de eekhoorn. Wat zou hij bedoelen? En wie zou die ‘Beste’ zijn?

Het was schemerig geworden. De eekhoorn schudde zijn hoofd. Ik wou, dacht hij, dat ik eens iets heel bijzonders bedacht. Hij keek om zich heen. En plotseling had hij het gevoel dat er nog iemand was, een onbekende, die ook wilde dat hij eens iets heel bijzonders bedacht. Weer viel er een regendruppel op zijn neus. En nog een. Het begon echt te regenen. De eekhoorn stond op.

Zou dit nu een verloren dag zijn? dacht hij. Hij om en riep, zo hard mogelijk: ‘Ahoi!’ Je weet nooit, dacht hij. Even was het stil. Toen kwam er van heel ver weg, het leek wel van over de oceaan, een klein beverig stemmetje, dat riep: ‘Ook ahoi!’ De eekhoorn knikte en voelde zich opeens veel minder moedeloos. Hij stapte zijn huis in en ging regelrecht naar zijn kast. Ik heb honger, dacht hij. Het was een prettig gevoel, want er stond een grote pot met beukennoten op de bovenste plank.

Dit verhaal komt uit: Een hart onder de riem (Toon Tellegen)

Populaire posts van deze blog

Het einde van het perron

Met het gevaar dat het verkeerd uitgelegd gaat worden ben ik deze keer begonnen aan deze blog. Ik heb namelijk het gevoel dat ik aan beland ben op het einde van het perron. De trein is even terug al gestopt. Ben uit gestapt en heb de laatste meters per voet afgelegd. Uiteindelijk ging dit niet zo snel als toen ik in de trein zat, maar ben er wel gekomen. Nu sta ik op het het randje van het perron en staar. Staar in de leegte die ik voor mij zie. Er liggen rails maar er rijden geen treinen. Achter mij is het een drukte van belang, mensen die in en ut de treinen springen die aankomen en vertrekken. Maar ik zie ze niet rijden. Er komt geen trein achterop of voorbij, het is stil voor mij uit. Is dit nu het einde van mijn carrière? Ben ik nu klaar? Is er geen nieuwe uitdaging? Ik heb afgelopen weekend net een droom uitgesproken tegen de jongste, en nu zie ik mijzelf hier staan. Beetje dubbelop. Ik hoor geweldige muziek voorbijkomen op GNR en op SevenFM, maar het heeft deze keren geen invloe

Veel beloven, weinig geven

 Ik heb altijd gedacht dat ik een heel speciaal plekje had bij sommige mensen. Naast dan natuurlijk mijn ouders en vrouw en kinderen. Maar ik kom er hoe langer hoe meer achter dat ik dat plekje helemaal niet heb. Ze zijn wel lief hoor, je denken allemaal mee als je het nodig hebt, maar zodra je uit het zicht bent besta je niet meer. En juist daar denk ik, juist dan moet je iemand koesteren. Ook al zie je de persoon niet, denk eens aan hem of haar. Is het langere tijd stil? Misschien moet je dan even contact zoeken. Niet direct klaar staan met van alles, maar gewoon even laten weten dat je er bent. Meer is niet nodig Al mijmerend over dit onderwerp zit ik buiten in de zon en geniet ik van de vogels die ik hoor en zie. Erger ik mij kapot aan de Franse veldwesp die alweer in grote getale aanwezig is, en denk ik aan degenen waar ik de laatste tijd weinig contact mee heb gehad. Zou het goed met ze gaan? Misschien even bellen als ik de ruimte hiervoor kan vinden. Ik weet het, het klinkt als

Dankzij de broers

 In mijn gedachten ben ik al heel erg ver met deze blog, maar nu ik er aan wil beginnen heb ik helemaal niets meer in gedachten. Heb ik zoals zo vaak helemaal niets om over te schrijven, en dat terwijl er zoveel om ons heen gebeurd. Iets met plastic en geld, iets met stikstof, boeren, politici en ga zo maar door. Maar dat is niet mijn stiel van van schrijven. Neeh het moet gaan over mijzelf of wat mij bezighoudt. Grrrrrr hier kan ik niet tegen. Dit is net zoiets als het resultaat van het papa helpen met de lekkerij in zijn vogelhok.  Mijn jongste broer heeft een mooi nieuw dak op de volière gelegd. Het oude was af en eerlijk is eerlijk hij heeft dit goed gedaan. Echter blijkt er nu met de regen een beetje lekkerij te zijn bij de toegangsdeur. Hier drupt het hard en als het zo blijft dan gat het ten koste van de deur. Mijn vader belt hem op om te vragen of hij dit wil komen repareren want hij wil zijn deur graag behouden. Broertje komt gaat aan de slag, maar ziet het even niet meer. Nie